Na de maan
Spreektekst aanleren:
Zeg elke regel voor en laat nazeggen.
Vervolgens zeg je de eerste twee regels na elkaar en laat je nazeggen.
Idem met drie regels en tot slot de hele tekst.
Als de kinderen een foutje maken verbeter dan meteen, anders krijg je de fout er haast niet meer uit. Gebruik eerst eventueel een tekening (van maan, flygtúg en de Waddensee) om de tekst te onthouden.
Je kunt het ritme op verschillende manieren uitvoeren:
-Spreken
-het ritme tikken, klappen, vingerknippen, stampen etc. (klapvormen)
-instrumenten gebruiken
Canon in beweging:
Uitgangspositie: de klas staat in twee rijen tegenover elkaar:
Regel 1: twee stappen naar voren en weer twee stappen terug;
Regel 2: stap naar links, sluit aan, stap naar rechts, sluit aan (dit 2 keer) en meedeinen met de armen;
Regel 3: stilstaan en de armen langzaam omhoog boven het hoofd en dan bij “oké” beide duimen omhoog;
Regel 4: vanuit de “hoge duimen” de armen weer naar beneden doen en met beide armen van links naar rechts de waddenzee ‘aanwijzen’.
Als deze bewegingen goed gaan kun je de groep in tweeën (drieën/vieren) verdelen, in canon uitvoeren: de eerste helft begint, de 2e helft valt bij de 2e regel in.